Verplichtingen & uitzonderingen

Een summier overzicht van de wetgeving rond het dragen van de autogordel.

Verplicht

  • Iedereen draagt de gordel, voor- en achteraan;
  • Gordel op de schouder en het bekken. Strak, niet gedraaid en vastgeklikt;
  • Eén persoon per zitplaats met gordel
  • Kinderen tot 135 cm zitten in een aangepast zitje met gordel;
  • De hoofdsteun tot aan de kruin van je hoofd;
  • Dieren en losse voorwerpen in de koffer.

Uitzonderingen

  • Aangepast zitje niet verplicht (gordel wel!) voor een kind kleiner dan 135 cm als het ouder is dan 3 jaar, als het achteraan zit en als er geen plaats meer is voor een derde zitje omdat er al twee in gebruik zijn;
  • Kinderen van andere ouders die nog kleiner zijn dan 135 cm en met jou meerijden mogen zonder aangepast zitje achteraan zitten (maar met gordel!) als dit slechts af en toe gebeurt en over korte afstanden;
  • De politie bij een dringende opdracht;
  • Een taxichauffeur die een klant vervoert;
  • Een bestuurder die achteruit rijdt;
  • Een postbeambte die post bedeelt over een korte afstand;
  • Iemand die een vrijstelling heeft om medische redenen.
Berlare gebruikt cookies om jouw surfervaring op deze website gemakkelijker te maken.Verder gaanMeer over cookies